zijn als dauw maar dieper dan de
nacht kom je niet. Lager dan de hellevuren
geraak je niet.
Wie ben je dan? Je lichtende woorden
zijn gestorven tussen krakend blad. Jij die geen
werkelijk ongeluk kent, wiens verdriet
niet in striemen je ogen getekend heeft
wiens rug niet gebroken is, wervel voor
wervel uit elkaar geplozen. Oh, gij! Die breekbaar
zijt als morgendauw - enkel omdat je niet
gebroken bent. Niet breken zal. De
angst is erger dan het geleden leed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten