de wind de weg wijzen -
rimpels in het water trekken, kabbelingen
naar wat niet is maar wel zal komen
zwijg, je zegt soms meer dan duizend
woorden als je het laatste verloren blad vindt
tussen ontluikend gras
is dit lente, vroeg je. Ik zei je dat jij dat
was, jongeling, zachte zwarte pupillen
van dromen dat gister morgen was en dan
verdwalen wie hier & nu
volg me niet, vind me, in het aaneenvlechten
van vingers en handen. Als je ik mis je fluistert
in de nevelige ochtenddauw, als je verlaat me
schreeuwt aan het einde van de nacht
vraag maar niets meer, de stilte nestelt zich
voldaan op je lippen, kust je met een
ademloosheid waarin je verstikken zult
mis me en verzwijg me, tussen angst en hoop
bevind zich nog onontdekte liefde. Verlos me
met je zacht veinzende vozende -
dan zal de wind komen, keren, tussen duin
en dame - over de toppen van de laagste grassprieten
scheren, ik mis je, zal het fluisteren en we
herkennen het deuntje van een afscheid
oh, liefste, zwijg oorverdovend tussen het
stramme riet en laat dat lente zijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten