geschreven staan zijn de mijne
niet, nooit geweest
toch omhels ik je, omarm ik je,
droom van je nieuwe wegen die we
uitstippelen op je kaaklijn en het
topje van je neus
je verwondert me in veelzijdigheid,
maar ik smeek je niet te
huilen, niet te lachen, niet te breken
in duizend kleine stukjes
terwijl je verstilt achter brede
oceanen en golven van verdriet
terwijl je
zachtjes begint te smelten, met
alle zoet-zilte dieptes waar ik mijn
vingers leg en je zachtjes kus
je verdwijnt, verwondert, vereenzaamt
tot je was wat ik smeekte je te zijn -
onbreekbaar, onbuigzaam
ver weg van mij, tot je was wat ik
niet ben en we niet meer samen wandelen
omdat jij de weg was geworden
en ik de reiziger
Geen opmerkingen:
Een reactie posten